Hyper-converged infrastructuur vs Food

15 november 2016 Nieuws

Ik hou van lekker eten, maar ben zelf niet in staat een uitgebreide maaltijd voor mijn gasten op te dienen. De keuken bij mij thuis is groot zat, ik heb ingrediënten genoeg, maar ik haal persoonlijk simpelweg geen voldoening uit koken. Als je iets doet, moet je het goed willen doen. Niet een krappe voldoende, maar een ruime voldoende.

En eten moet in mijn beleving altijd een ruime voldoende zijn. Het specialisme van koken laat ik dan ook graag aan anderen over: iedereen zijn vakgebied. Termen als au bain-marie, bisque, blancheren, braiseren, decanteren en dergelijken zijn voor de meeste onbekend of een wat vaag begrip. Ditzelfde geldt voor mijn vakgebied. De klok gehoord, maar de klepel nog niet gevonden? Ik breng ze bij elkaar, zodat we allemaal weer weten waar we het over hebben. Dat is mijn missie. In mijn vorige blogs heb ik geprobeerd aan de hand van dagelijkse voorbeelden (bier en schnitzel, wijn en meidenvoetbal) ICT-termen anders te verwoorden. Vandaag beschrijf ik de term hyper-converged infrastructuur en ga dit zoals je uit de introductie al kon verwachten vergelijken met eten.

Hyper-converged

Om hyper-converged storage uit te kunnen leggen moet ik eerst terug naar het begin, zeg maar de basisingrediënten. De basis van mijn werk ligt op het gebied van infrastructuur. Als we dit verder inzoomen op de ICT kom je uit op Wikipedia waar te lezen staat:
ICT-Infrastructuur is het geheel van ICT-voorzieningen dat nodig is om een land, bedrijf of instelling, te ondersteunen bij een reeks van bedrijfskundige processen zoals financiën, logistiek, planning, verslaglegging, rapportages en communicatie. Dit wordt mogelijk gemaakt door het verwerken, opslaan, en transporteren van digitale data. Ook het beveiligen en beheren van data hoort hier bij, ondanks het feit dat deze laatste twee niet bijdragen aan de procesondersteuning zelf.

Infrastructuur RedLogic

Als we dieper op de infrastructuur inzoomen kom je bij het bestaansrecht van RedLogic uit. RedLogic is ontstaan door drie infrastructuuronderdelen; compute, networking en storage als expertise aan elkaar te koppelen. Ik zal deze drie onderdelen op een normale en begrijpelijke manier beschrijven.

Compute

Compute staat voor rekenkracht. Voor de meeste beter bekend als een apparaat: de (personal) computer. Tegenwoordig is de smartphone (slimme telefoon als ik het toch in Jip en Janneke mag beschrijven) ook te zien als een apparaat die gegevens kan verwerken, ofwel een computer. In een datacentrum ((bezem)kast met heel veel computers) wordt de rekenkracht van al die apparaten gebundeld, zodat er nog slimmere dingen mee gedaan kunnen worden.

Networking

Om de gegevens van de ene computer naar de andere te kunnen verplaatsen is een zogenaamd netwerk nodig. Vroeger was dit veelal de bekabeling zelf in een gebouw. Vanaf je personal computer liep een kabel. Die kabel kwam uit in een switch of een hub …. Laat maar, dit wordt te specifiek! Alle onderdelen die nodig zijn om gegevens van je werkplek te krijgen naar het datacentrum en andersom wordt hiermee afgedekt. Tegenwoordig is WiFi of het Internet zelf natuurlijk ook al een uitbreiding op veel bedrijfsnetwerken en kunnen we, als ik mijn dochter mag geloven, niet meer zonder. Belangrijk onderdeel binnen het netwerk is dus de beveiliging van ongeoorloofde gebruikers, vandaar dat netwerk of networking ook vaak gebruikt wordt met de term security (beveiliging). Je wilt dat je eten vanuit de keuken bij jou op tafel komt (netwerk), maar ook dat je zeker weet dat niemand anders dan de kok die maaltijd heeft bereid (security).

Storage

De gegevens die net werden genoemd wordt ook wel data genoemd. Al deze data (denk hierbij aan de 3D foto’s of filmpjes van die heerlijke maaltijden die je in dat ene restaurant zag) moet in het datacentrum worden opgeslagen. De term harde schijf is bij iedereen inmiddels wel bekend. Als we veel harde schijf capaciteit nodig hebben voor de centrale opslag van die data wordt gesproken over storage.

Software Defined Datacentrum (SDDC)

Ik kan hier dagen en heel veel uitgebreider over spreken, maar dat is dan ook mijn vak. Belangrijk is dat de termen nu wat duidelijker zijn. Deze drie bouwblokken vormen de basis voor een software defined datacentrum (een op software gebaseerde bezemkast) ofwel: een driegangenmenu. Het ene onderdeel kan apart bekeken worden, maar met elkaar vormt het een (nog betere) eenheid. Zie het als een stukje kaas dat je kunt eten, maar je kunt na een heerlijk voorgerecht en een hoofdgerecht natuurlijk ook een kaasplankje nuttigen, waarbij de totale ervaring van (uit)eten optimaal tot zijn recht komt.

Hyperconverged

Ik zou in deze blog hyper-converged uitleggen en daar was deze basis eerst voor nodig. Voor de komst van een hyper-converged infrastructuuroplossing was de term converged al op de markt. Deze term is vervolgens weer te verdelen in referentie architectuur (complete oplossing die je nog wel zelf dient te bouwen) of zogenaamde building blocks (hierbij zijn de bouwstenen van de verschillende onderdelen reeds op elkaar gezet zonder dat je daar wijzigingen op aan kunt brengen). Als we weer teruggaan naar Wikipedia dan komt de term hyper-converged infrastructuur er als volgt uit. Dit keer in het Engels:
A hyper-converged infrastructure (aka HCI or hyperconverged integrated system / HCIS) is an IT infrastructure framework for integrating storage and virutalization computing in a data center. In a hyperconvergence environment all elements of the storage and compute components are optimized to work together on a single commodity appliance from a single vendor.

Als we dit naar normaal Nederlands proberen te vertalen is het dus de computerlaag en de datalaag die gecombineerd in een doos (of systeem) wordt aangeboden. Hierdoor hoef je zelf niet meer na te denken over het aansluiten van die individuele oplossingen. Daarbij wordt de kracht van software optimaal gebruikt in deze gebundelde oplossing. In plaats van alle losse ingrediënten te combineren tot een maaltijd, krijg je nu een maaltijd van een top chef zonder dat je zelf de tijd van koken, garen en dergelijke in de gaten hoeft te houden, waardoor de kans op het mislukken van die heerlijke maaltijd wordt voorkomen.

Het voordeel van een HCI-oplossing is dat je binnen een dag een werkende oplossing hebt staan, dat het beheer op de diverse lagen versimpeld wordt, een uitbreiding van capaciteit snel is door te voeren en je dus veel flexibeler kunt zijn naar je interne klant (of de klant van de klant).

Met die topkok heb je de basis van een goede maaltijd, maar dan heb je nog niet de juiste ervaring. De gehele ervaring in een restaurant valt en staat met het personeel, de logistiek, je inkoopbeleid, de juiste locatie, de uitstraling en noem maar op. Zo is dat ook met de selectie van een hyper-converged infrastructuur zoals VMware VSAN, Nutanix of vele anderen.

Een mooi artikel is De noodzaak van een goed IT-fundament van Anton Theunisse van het Albert Schweitzer ziekenhuis. Hyper-converged is de bijna kant-en-klaar maaltijd van die topkok (magnetronmaaltijd zou te simpel uitgedrukt zijn en afbreuk doen aan een hyper-converged oplossing). Je kunt nu heel snel de maaltijd tot je nemen. Maar het moet wel passen in je meerjarenplan en je architectuur zoals Anton in zijn artikel aangaf: het moet passen in je totale restaurant- of eetbeleving.

We zijn een land met innoveren in ons DNA. Dus laten we zorgen dat de IT-innovatie in dat meerjarenplan wordt opgenomen. De basis moet goed zijn en de beleving moet minimaal een hele ruime voldoende worden.